De goed-slechte monnik Lu Zhishen
Honderd en acht “helden” vormen de belangrijkste personages van de klassieke Chinese roman De rebellen van Liang Shan Po. Ongeluksnummer dertien is Lu Zhishen, een onstuimige, 2,40 meter lange reus die dol was op drinken. Zijn oorspronkelijke naam was Lu Da en deze lagere ambtenaar van het district Wei had er een talent voor om in problemen te raken. Wat hij ook deed, hij was gewoon slecht in goed zijn.
Er leefde in zijn stad een gewetenloze slager. Toen de slager een jonge inwoonster dwong om met hem te trouwen werd Lu Zhishen woedend. De twee raakten in een gevecht verwikkeld en Lu Zhishen doodde de slager met drie vuistslagen. Om aan vervolging te ontkomen vluchtte hij naar de berg Wutai en vond onderdak in een boeddhistisch klooster. Toen de abt van het klooster hem zag zei hij: “Zelfs een lichte neiging tot het goede is duizend goudstukken waard. De Wet van Boeddha is enorm, ik noem je dus Diepe Wijsheid (zhi shen)”.
Het kloosterleven was echter toch niets voor hem. Lu Zhishen weigerde zich aan de regels te houden, at vlees en werd keer op keer dronken. De laatste druppel was toen hij in een dronken bui per ongeluk een tempelpaviljoen en een paar Boeddhabeelden kapot gooide. Hij werd verbannen naar een ander klooster en kreeg als taak te zorgen voor de groentetuin. Al snel kwam echter zijn eerste moment van roem – in zijn eentje bedwong hij 23 dieven waarna hij, als toegift, met zijn blote handen een wilgenboom uit de grond rukte. Het maakte hem wijd en zijd beroemd.
Op een dag kwam hij generaal Lin Chong tegen, die als instructeur aan het hoofd stond van 800.000 Keizerlijke Gardisten. De twee trokken samen op en werden vrienden voor het leven. Lin Chong werd echter al gauw in de val gelokt door corrupte ambtenaren en verbannen. Toen Lin Chongs begeleiders hem wilden vermoorden in het Wilde Zwijnenbos sprong Lu Zhishen plotseling vanachter een boom tevoorschijn om hem te redden – het bleek dat hij hem al die tijd heimelijk beschermd had. De twee kwamen uiteindelijk weer samen op de berg Liang, samen met Song Jiang en de anderen.
24 juli 2011