De Apenkoning vangt Pigsy. Uit: Reis naar het Westen

Pigsy is een van de meest gedenkwaardige personages uit De reis naar het Westen. Ooit was hij een admiraal in de hemel, en stond aan het hoofd van 80.000 matrozen. Maar nadat hij in een dronken bui ongepaste avances had gemaakt naar de maangodin Chang’e kreeg hij voor straf 2000 zweepslagen, en werd hij verbannen naar de mensenwereld waar hij geboren werd als een mensenvarken.

Pigsy (letterlijk: Varken Acht Geboden) was nu een monster onder de mensen en hij ging wonen in een grot in de berg Fulling. Op een dag komt de godin Guanyin voorbij. Ze is op weg naar de hoofdstad van de Tang dynastie, op zoek naar mensen die bereid zijn om een gevaarlijke reis naar het westen te maken om Boeddhistische geschriften op te halen. Guanyin haalt de berouwvolle Pigsy over om monnik te worden en zich aan te sluiten bij de pelgrimstocht. “Wacht op de andere pelgrims,” zegt ze tegen hem.

Maar de losbandige Pigsy vindt het moeilijk om zijn leven te beteren. Hij gaat naar het nabijgelegen dorp Gaolao, waar hij een jonge vrouw probeert te kidnappen om haar te dwingen met hem te trouwen.

Op dat moment komen de Apenkoning en de Tang monnik langs, die al begonnen zijn aan de reis naar het Westen. De Apenkoning doorziet Pigsy's snode plannen en verslaat hem in een gevecht. Dan blijkt dat zij eigenlijk voorbestemd zijn om als broeders samen op reis te gaan. Pigsy bekeert zich ter plekke en wordt een volgeling van de Tang monnik, en gaat met hem en de Apenkoning op weg naar het oude India.