Daoïstische veger
Vele Shen Yun dansen beelden een oude Taoïstische wijze uit, met wit haar en een lange baard, die zijn discipelen onderwijst terwijl hij zwaait met een veger. In ‘Reis naar het Westen’ waren Lu Dongbin, de Taoïstische Meester van de Apenkoning en één van de Acht Onsterfelijken, en de onsterfelijke Taishang Laojun, onzichtbaar en machtig, vergezeld met hun magische veger. De veger vergezelt eveneens Taoïsten in de Shen Yun dansstukken ‘Een Vervlogen Droom’, ‘Het Splitsen van de Berg’, en verschillende andere openingsnummers. Maar wat is het precies?
De Taoïstische veger wordt gemaakt door het samenbinden van dierenhaar en wordt samengehouden door een houten handvat. Taoïstische priesters en monniken dragen het tijdens hun spirituele omzwervingen. Zen Boeddhistische abten hanteerden ook vegers tijdens ceremonies. De veger symboliseert dus de verhevenheid en plechtigheid van spiritueel onderricht.
In de Taoïstische cultuur gelooft men dat vegers de macht hebben om iemands wereldlijke verlangens en vleselijke lusten weg te vegen, waarmee ze een gevoel overbrengen van het overstijgen van het sterfelijke. In een andere interpretatie worden demonen en kwade geesten geportretteerd als het vuil van de wereld, en de Taoïstische vegers als magische instrumenten die de macht hebben om ze uit te drijven.
De veger is ook een bekend Chinees wapen. Het wordt typisch de paardenstaartveger genoemd, en komt vaak voor in Wudang kung fu. Wanneer men de kunst van het zwaaien van de veger onder de knie heeft, is men de vaardigheid van zelfverdediging machtig. De vorm van de veger en bewegingen zijn uniek, en zijn zowel zacht als hard, gracieus als vrij. Het gebruik van de veger vereist niet alleen behendigheid, maar ook een evenwicht tussen temperament en geest.
22 juni 2011