De inspirerende strijd bij de Rode Klippen
Uitgehakt in het eeuwenoude stenen aangezicht langs de Yangtze Rivier, net ten zuidwesten van de stad Wuhan, staan de woorden “Rode Klippen” (赤壁 chì bì). Alhoewel men zegt dat de karakters zelf duizend jaar oud zijn, is de strijd die ze markeren zelfs nog ouder.
Toen de Han Dynastie viel (206 v.Chr. tot 220 n.Chr.), verzamelden legers van mythische proporties zich hier op een moment dat China’s ooit zo machtige keizerrijk versplinterde in oorlogvoerende koninkrijken. De sluwe militaire leider Cao Cao voerde een leger aan van honderdduizenden, maar uiteindelijk was het de underdog Sun Quan, die zwaar in de minderheid was met zijn bondgenoot Liu Bei, die de doorslaggevende strijd won. Alhoewel hun overwinning niet beslissend was voor de oorlog an sich, creëerde het wel een stabiele machtsbalans tussen de grote spelers uit de Drie Koninkrijken periode, en Cao Cao heeft na die strijd nooit meer een vergelijkbare enkelvoudige dominantie verkregen.
De overgang van de Han Dynastie naar de Drie Koninkrijken periode betekende een tijdelijk einde aan een verenigd China. Het had ook het einde van het Chinese keizerrijk kunnen betekenen, ware het niet dat de strijders allemaal op hun eigen manier vochten om het idee van China als het “Koninkrijk van het Midden” in stand te houden.
En dit is de reden dat als we het over de 5.000 jaar van China hebben, we het niet zo zeer hebben over een continu centrale regering met een centrale machtspositie, maar over het voortbestaan van cultuur, gebruiken en idealen.
In een fictief verhaal gegoten, sprak de Strijd bij de Rode Klippen uit de klassieke Chinese roman ‘Roman van de Drie Koninkrijken’ generaties lang tot de verbeelding van de Chinezen. De strijd wordt geassocieerd met gigantische tragedie maar ook met krijgslisten, moed, en de idealen van Chinees patriottisme.
De klassieke Chinese dans Rode Klippen uit Shen Yun 2017 biedt een glimp van deze gedenkwaardige strijd door de ogen van een soldaat. Dit is geen soldaat uit het verre verleden, maar een soldaat uit de jaren 30. Een generaal van Chiang Kai-Shek’s Nationalistische Kwomintang strijdmacht die gescheiden wordt van zijn troepen en per toeval uitkomt op de plek waar “Rode Klippen” op de rotsen aan de oever van de Yangtze staat gegraveerd. Moe, gewond en alleen, leunt hij tegen de rots en droomt zichzelf terug naar het heetst van de strijd die zo’n 1.700 jaar daarvoor plaatsvond. Door naar het legendarische tafereel te kijken dat zich voor hem afspeelt, raakt hij verfrist door de moed van de krijgsheren uit het verleden. En als hij wakker wordt besluit hij dat zijn idee van China; het idee dat hem verbindt met zijn voorouders die daar op dezelfde grond stonden, waard is om voor te vechten.