De Tang Dynastie
De Tang Dynastie (618-907 n. Chr.) wordt in het algemeen beschouwd als het hoogtepunt van de Chinese beschaving met zijn voorspoed, vrede, stabiliteit en internationale invloed tijdens bepaalde periodes, die sindsdien of daarvoor geen gelijke kende. De hoofdstad Chang’an was de grootste metropool ter wereld en trok diplomaten aan van over de hele wereld, waardoor China werkelijk “het Middelste Koninkrijk” werd. De verwezenlijkingen van de Tang Dynastie blijven tot op vandaag een voorbeeld en inspiratiebron voor vele Chinezen.
Zoals met vele Chinese dynastieën verscheen de Tang na een periode van chaos die volgde na het einde van een voorgaand tijdperk, in dit geval de Sui Dynastie (581-681). In 617 spoorde Li Shimin zijn vader, Li Yuan, de koning van de Tang, aan om troepen op te stellen in Taiyuan. Binnen vijf jaar slaagden ze er in om alle rebellen rond het rijk neer te slaan. Li Shimin betrad de troon in 626 en nam de naam Keizer Taizong van Tang aan.
Tang Taizong wordt erkend als één van de grootste keizers in de Chinese geschiedenis. Hij was een militair genie en in staat om een strijdveld te commanderen van 1000 km afstand. Daarnaast was hij ook een uitstekend dichter, schrijver en kalligrafist.
Keizer Taizong koesterde zijn volk en bestuurde naargelang. Hij stichtte een literaire academie, en gebruikte deze om getalenteerde mannen te rekruteren voor zijn administratie. Hij is ook bekend om het beste te halen uit de sterke kanten van zijn pupillen, en was ongekend tolerant en ontvankelijk voor opbouwende kritiek en advies. Zijn benadering loonde en stimuleerde China’s meest vredevolle en stabiele periode. Zowel de adel als het gewone volk zouden harmonieus en gelukkig geleefd hebben, met zeer lage criminaliteitscijfers en beperkte overheidscorruptie. Volgens historische bronnen wordt deze periode als volgt beschreven:
Verkopers en handelaars reisden vrij rond zonder vrees voor overvallers; de gevangenissen bleven leeg en mensen hadden geen behoefte om hun deuren op slot te doen; overvloedige oogsten waren er frequent en tien liter rijst koste slechts drie of vier qian; trekkers die reisden van de hoofdstad naar Lingbiao of van Shangdong naar de kust hoefden geen rantsoenen voor te bereiden omdat ze die altijd onderweg konden verkrijgen.
Taizong breidde zijn houding ook uit naar volkeren voorbij de grenzen van China. Hoewel de Tang Dynastie briljante militaire dapperheid bezat, verkoos hij om de gevorderde culturele en politieke verworvenheden in zijn rijk te gebruiken om gebieden van etnische minderheden aan te trekken en te annexeren, tot het verre Kazakstan in het Westen.
De Tang Dynastie werd inderdaad gekenmerkt door een gastvrijheid en openheid, wat voor buitenstaanders zeldzaam was in het keizerlijke China. Landen van over de hele wereld stuurden diplomaten en geleerden om de Chinese cultuur te bestuderen, en de Tang Dynastie verwelkomde economische en religieuze uitwisselingen. Meer dan 400 landen stuurden huldebetoon aan Tang keizers en naar schatting verbleven meer dan 100.000 buitenlanders in de kosmopolitische hoofdstad Chang’an. De beroemde Tang dichter Wang Wei schreef:
De negen deuren van de Hemel onthullen het paleis en zijn binnenplaatsen;
En de mantels van vele landen buigen voor de Parel Kroon.
De Tang Dynastie was tevens een zeer actieve periode van ontwikkeling voor de drie religies van Confucianisme, Boeddhisme en Daoïsme. De keizerlijke burgerdienstexamens werden aangepast waarbij de Confucianistische leringen werden benadrukt, en in 645 keerde monnik Xuanzang terug van zijn pelgrimstocht om Boeddhistische geschriften te vinden uit het oude India. Tang Taizong heeft naar verluid persoonlijk de monnik feestelijk verwelkomt, en ontmoette hem aan de Zhuque Brug samen met honderden ambtenaren en militairen. De Tang keizers, met de voornaam Li, beweerden ook dat Laozi (de stichter van de Dao School) hun voorvader was.
Poëzie bloeide ook tijdens de Tang Dynastie. Het tijdperk inspireerde tekstschrijvers zoals Li Baj (bekend voor het vinden van briljante inspiratie in een wijnkruik), Du Fu (ook bekend als dichter en historicus), Wang Wei (eveneens een bekend schilder), en vele, vele anderen.
De periode van het bestuur van Tang Taizong tot het bestuur van zijn opvolger Keizer Xuangzong is gekenmerkt door 130 jaar van voorspoed, en wordt vaak gezien als het hoogtepunt van de Chinese cultuur. Deze gouden eeuw kon niet eeuwig blijven duren. In 755 lanceerden generaal An Lushan en zijn cohort Shi Siming een opstand, wat een omwenteling teweegbracht die minstens een decennium duurde en miljoenen levens kostte. Het verzwakte de centrale controle van de keizers en de bureaucratie, en resulteerde uiteindelijk in de val van de dynastie.
13 juli 2011