De Yuan Dynastie
Toen de Mongoolse heerser Kublai Khan de Yuan Dynastie stichtte in 1271, werd hij de eerste keizer van China die geen Han Chinees was. De daarop volgende decennia zou China deel uitmaken van een rijk van ongekende grootte en niet verwonderlijk was de Yuan Dynastie een tijdperk van buitengewone culturele diversiteit en internationale handel. Maar het duurde minder dan 100 jaar en eindigde in 1368.
In 1206 hield de krijgsman Temujin een grote bijeenkomst van Mongoolse stamleiders aan de oevers van de Mongoolse Onon Rivier. De vorsten en generaals gaven hem de titel “Genghis Khan” – vorst van allen. In 1267 verplaatste zijn kleinzoon Kublai Khan het hoofdkwartier van het rijk naar wat vandaag Beijing is, en toen bekend was als Dadu. Vier jaar later kondigde hij het begin van een nieuwe dynastie aan.
Het volgende decennium elimineerden zijn strijdkrachten de laatste Zuidelijke Song tegenstand, waarmee hij de Mongoolse controle over heel China verstevigde. Kublai Khan leende uit de zin da zai qian yuan ( “Groot is de oorspronkelijkheid van de Hemel”) uit het oude Book of Changes en noemde het Mongoolse rijk de Great Yuan.
Mongoolse legers vochten vervolgens om hun invloed uit te breiden in alle richtingen en vestigden de Vier Kanaten. Yuan heersers herwonnen land dat verloren was sinds de Han en Tang tijdperken, terwijl ze tevens nieuwe territoria toevoegden zoals Tibet, Buiten - Mongolië en grote stukken van Rusland. Op zijn hoogtepunt besloeg het Chinese deel van het Mongoolse rijk bijna 14 miljoen vierkante kilometers.
Met zo’n uitgestrektheid ontwikkelde de Yuan Dynastie een krachtige buitenlandse handel, waaronder de verbinding tussen de Maritieme Zijderoute – welke China verbond met India – met het Midden Oosten en, via het Middellandse Zeegebied tot Europa. Tijdens deze periode ging China banden aan met 140 buitenlandse naties en droeg het verder bij tot de culturele diversiteit van het keizerrijk.
Arabieren en Europeanen kwamen naar China, waarvan sommigen officiële titels kregen binnen het Yuan hof. Velen van deze buitenlanders – waaronder de meest bekende, de Venetiër Marco Polo – schreven over hun ervaringen in reisdagboeken. Deze werden populair in Europa en stimuleerden de zeereizen.
In het besturen van deze enorme regio’s behielden de Yuan keizers in wezen het overheidssysteem van Drie Departementen en Zes Ministeries gevestigd door de Sui en Tang dynastieën. Kublai Khan echter herinstalleerde het Confucianistische burgerlijke dienst examensysteem aanvankelijk niet, welk al aan het afnemen was tijdens de inter-dynastie periode.
Deze lossere benadering van wetenschap leidde tot een snelle ontwikkeling van volkscultuur en de opkomst van theatrale kunsten. The qu poëzievorm, een soort van gezongen verzen, wonnen aan belang en werden één van China’s drie belangrijkste stijlen van poëzie, naast de klassieke Tang shi en Song ci stijlen. Landschapsschilderijen en schilderijen van vogels en bloemen werden eveneens populair bij geleerden als een subtiel middel om gevoelens uit te drukken.
In de late Yuan tot vroege Ming periodes zagen ook de inheemse romans het licht. Terwijl de klassiekers de Rebellen van Liang Shan Po en de Romance van de Drie Koninkrijken technisch gezien geschreven werden tijdens de Ming Dynastie, waren de auteurs ervan geboren tijdens de Yuan en waren ze beïnvloed door zijn volkscultuur.
Wat religie betreft omarmden de Yuan heersers het Tibetaans Boeddhisme, en plaatsten het zelfs boven het traditionele Taoïsme en het Chinese Boeddhisme. Maar ze waren echter ontvankelijk en tolerant voor alle religies, en bevorderden een periode van groei en uitbreiding voor vele geloven, waaronder het Christendom.
Hoewel ze geleid werden door Mongolen, begonnen de Yuan wetten van Sinificatie te implementeren vanaf de heerschappij van Kublai Khan. Yuan heersers combineerden de wetten en het beleid van hun geboorteland Mongolië met die van de Han Chinezen. Terwijl het bestuur van de dynastie vorderde, werd er meer nadruk gelegd op het Confucianisme. In 1307 verleende Keizer Temür Khan Confucius de titel “Meest Heilige Prinselijke Verspreider”. En in 1315 beval Keizer Buyantu Khan het herstel van de op Confucianisme gebaseerde burgerdienst examens.
Tegen het einde van de dynastie verspreidde zich in het keizerrijk volgens een legende een voorspelling die een waarschuwende boodschap had: “Een stenen man met één oog zal de Gele Rivier tegen China uitlokken.” Kort daarna overstroomde de Gele Rivier en het keizerlijke hof vaardigde een opdracht uit om de oevers te herstellen. Tot grote verbazing van de arbeiders ontdekten ze een stenen beeld van een man met één oog. Er volgde een opstand van de boeren, wat uiteindelijk er toe leidde dat de dynastie ten onder ging. In 1368 verdreef Zhu Yuanzhang de Mongolen van de Chinese Centrale Vlakten en vestigde de Ming Dynastie.
12 juli 2011